Gelderland

Sporen van het slavernijverleden in Gelderland

Inleiding

Het wandkleed – doe mee!

In elke provincie van Nederland werken inwoners samen aan een indrukwekkend wandkleed dat de regionale geschiedenis van het koloniale slavernijverleden verbeeldt. Voor Gelderland ontwierp kunstenaar en curator Richard Kofi een wandkleed van maar liefst 35 meter lang, waaruit zowel de geschiedenis als hoop voor de toekomst spreken.

Nu zijn de inwoners van Gelderland aan zet om het wandkleed in delen te vervaardigen in technieken als o.a. borduren, quilten, punchen en tuften. Eenmaal voltooid zal het rondreizen door de provincie.

Vanaf april 2025 kun je op verschillende locaties in Gelderland, waaronder Valkhof Museum Nijmegen en Flipje en Streekmuseum Tiel, aan de slag. Of je nu geoefend bent in handwerktechnieken of niet, of je nu jong bent, of wat ouder: iedereen vanaf 15 jaar is van harte welkom om mee te doen!
Kom meewerken aan delen van het monumentale wandkleed over het slavernijverleden van de provincie Gelderland! Leer op die manier nieuwe mensen kennen, of kom juist samen met vrienden, vriendinnen of buren (ervaring hoeft niet, maar mag wel).

Meld je aan!

Waar gaat het over?

Al in 1594 vervoerde de Zutphense koopman Heyndrick Dirrecksen Jolinck tot slaaf gemaakte mensen in een schip: “een berck vol slaven”. Deze slavenhandel werd georganiseerd vanuit Portugal om in Kaapverdië arbeid op de suikerplantages te laten verrichten. Slavernij was een van de pijlers van het kolonialisme, dat begon met ruilhandel maar overging in (land)roof en steevast gepaard ging met geweld. Het machtscentrum van deze langdurige en complexe koloniale geschiedenis lag in het christelijke Europa. Sporen daarvan vinden we niet alleen in de voormalig gekoloniseerde gebieden in Amerika, Afrika en Azië, maar ook in Nederland en hier in Gelderland. Alleen al het feit dat in het huidige Gelderland mensen wonen die het slavernijverleden met zich meedragen—als nazaten van tot slaaf gemaakten of juist van slavenhouders—is reden genoeg om aandacht aan deze geschiedenis te besteden.

Gelderse bewindhebbers
Geen van de Gelderse steden had een Kamer van de West-Indische Compagnie (WIC) of de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Vanaf het begin van de zeventiende eeuw waren verschillende Gelderse bestuurders echter wel bewindhebber bij de Rotterdamse en Amsterdamse Kamers van de WIC. Dankzij investeringen konden zij deze functie bekleden en vervolgens profiteren van de koloniale handel en slavernij.

Gelderse buitenhuizen zoals Ampsen, Middachten en Rosendael werden deels verbouwd met geld dat in de koloniën was verdiend, waarbij vaak gebruik werd gemaakt van slavernij en dwangarbeid. In sommige gevallen werkten daar ook Afrikaanse bedienden die in slavernij waren geboren. We kennen hen uit familieportretten in kastelen of uit archiefstukken, maar van slechts enkelen is de naam bekend.

Niet weg te denken
Bij de afschaffing van de slavernij in Nederlands-Indië in 1859 en in Suriname en de Antillen in 1863 ontvingen slavenhouders een schadevergoeding voor het verlies van hun ‘bezit’. In archieven is veel documentatie te vinden over Gelderse slavenhouders die in 1863 compensatie kregen toen de slavernij werd afgeschaft in Suriname en de Antillen. Voor de voormalige tot slaaf gemaakten was er daarentegen geen enkele vergoeding: in Suriname werden zij bovendien verplicht om nog tien jaar onder contract op de plantages te blijven werken, zonder toegang tot onderwijs of andere vormen van ondersteuning.

De gecompenseerde slavenhouders woonden verspreid over heel Gelderland. De provincie was bovendien aantrekkelijk voor Nederlandse handelaren, bestuurders en dominees die uit de koloniën terugkeerden. Zij lieten er huizen bouwen met namen als Djoerang of Soekaboemi, verwijzend naar hun tijd in Nederlands-Indië.

Ook in de militaire geschiedenis van Gelderland is het koloniale verleden onlosmakelijk aanwezig. Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) had kazernes en tehuizen in onder andere Bronbeek, Harderwijk en Nijmegen. Zelfs de Nijmeegse Vierdaagse vindt zijn oorsprong in de marsen van de koloniale reserve.

Slavernijgeschiedenis onderzoeken: een zoektocht tussen de regels
Het onderzoeken van slavernijgeschiedenis vraagt om een kritische blik. De bronnen waar we uit kunnen putten, zijn vrijwel altijd opgesteld vanuit het perspectief van de macht: die van slavenhandelaren, koloniale bestuurders of plantage-eigenaren. De stemmen van de tot slaaf gemaakte mensen zelf zijn daarin nauwelijks terug te vinden.

Zelden worden zij bij naam genoemd. En als ze wel een naam dragen, is die meestal toegekend door hun eigenaars. Hun eigen verhalen, hun perspectieven en persoonlijke documenten ontbreken vrijwel volledig in de archieven. Toch proberen we hun levens zichtbaar te maken.

De ‘sporen’ van deze mensen zijn vaak klein en fragmentarisch: een naam in een register, een plaatsaanduiding op een oude kaart, of een herinnering die is doorgegeven van generatie op generatie. Om deze puzzelstukjes tot een samenhangend verhaal te smeden, is diepgaand onderzoek nodig. Het vraagt kennis, context en het actief opzoeken van aanvullende gegevens.

Een voorbeeld hiervan is het levensverhaal van Anna van Vossenburg. Haar geschiedenis moest worden gereconstrueerd op basis van losse snippers uit archieven – niet vanuit haar eigen woorden of persoonlijke bezittingen, maar via de documenten van de mensen die haar tot bezit verklaarden. We kijken als het ware door hun ogen om toch iets over Anna te weten te komen.

Het is een moeizaam proces, maar ook een noodzakelijke stap om de geschiedenis vollediger, rechtvaardiger en menselijker te vertellen.

Lees meer over de sporen van het slavernijverleden in Gelderland.

Richard Kofi

Richard Kofi (1988, Wageningen) is een kunstenaar en curator die zich richt op het blootleggen van koloniale geschiedenissen en het verkennen van toekomstscenario’s. Met tekeningen, collages en videowerk ontwikkelt hij een beeldtaal waarin de complexe verwevenheid van verleden, heden en toekomst zichtbaar wordt. In zijn artistieke praktijk spelen ook interdisciplinaire samenwerkingen en collectieve processen een belangrijke rol, waarbij kunst fungeert als middel voor gezamenlijke verbeelding.

Samen met zijn partner, choreograaf Junadry Leocaria, realiseerde hij meerdere dansvoorstellingen en video-installaties. Naast het wandkleed werkt Kofi momenteel aan The Museum of Black Futures — een speculatief museumconcept waarin hij de rol van Zwarte identiteit in de diaspora onderzoekt en ruimte biedt aan radicale kunstpraktijken en dialoog.

Met de podcast Project Wiaspora, die hij samen met Simone Zeefuik en La Fam Productions maakt, brengt Kofi kunst, theorie en persoonlijke verhalen samen. Daarmee creëert hij een ruimte waarin nieuwe vormen van culturele uitwisseling en begrip kunnen ontstaan.

Ontwerp Wandkleed

Water heeft geheugen

Afgelopen zomer deed ik mee aan het kunstproject Water Holds Memory. Dit was belangrijk voor mijn ontwerp voor het wandkleed dat ik maakte voor Draden van ons Nederlandse slavernijverleden, editie Gelderland.

Tijdens de residency Water Holds Memory kwamen kunstenaars, schrijvers, onderzoekers en curatoren bij elkaar. We spraken over ons werk en hoe we met elkaar verbonden zijn. We dachten samen na over herinnering, kunst en hoe we de toekomst kunnen vormgeven.

Het thema “water” bleek hierin een grote rol te spelen. Veel bekende zwarte kunstenaars gebruiken water als symbool. De theorie van The Black Atlantic van Paul Gilroy speelt hierin een wezenlijke rol. Hij zegt dat zwarte cultuur niet alleen binnen landen bestudeerd moet worden, maar wereldwijd; alles met elkaar verbonden via de oceaan.

Ongeacht de plek van manifestatie is zwarte cultuur per definitie tot stand gekomen uit interactie, uitwisseling en samenhang met bronnen uit andere landen.

Een andere onderzoeker, Rinaldo Walcott, breidde deze theorie uit. Hij noemde het The Black Aquatic. Hij ziet water niet alleen als symbool van verbinding, maar ook als beginpunt van ‘het Zwarte bestaan’. Volgens hem begon dit tijdens de slavenhandel, toen Afrikanen als “lichamelijk bezit” werden gezien. Hij vindt dat het slavernijverleden nog steeds invloed heeft, ook vandaag. Ook Christina Sharpe denkt hierover na. Zij noemt het The Wake, een ritueel waarin verdriet, herinnering en strijd samenkomen.

Sommige van deze ideeën zijn erg somber. Maar ze helpen mij wel nadenken over mijn rol als kunstenaar. Kan ik water ook anders gebruiken? Niet alleen als symbool van pijn, maar ook van kracht en verandering?

Afrofuturisme: toekomst maken
In mijn werk sluit ik aan bij afrofuturisme. Dat is een kunstvorm waarin zwarte geschiedenis, fantasie en toekomst samenkomen. Zo kunnen we op een andere manier naar het verleden kijken. Bijvoorbeeld de schrijfster Octavia E. Butler gebruikte verhalen over tijdreizen en magie om nieuwe werelden te maken.

De mythe van Drexciya
Voor mijn ontwerp voor het wandkleed vond ik inspiratie in de moderne mythe Drexciya. Dit is een verhaal over een onderwaterwereld, ontstaan uit kinderen van zwangere vrouwen die tijdens de slaventransporten in zee zijn gegooid. Zij overleefden en bouwden onder water een eigen wereld.
In mijn ontwerp zie je dan ook vrouwen in de zee. Ze zijn geen slachtoffers, maar krachtige voorouders. De golven veranderen de zee van een plek van pijn in een plek van kracht. Ook gebouwen en erfgoed die met slavernij te maken hebben, worden in mijn werk overspoeld.

Een andere kijk op Fort Elmina
Ook Fort Elmina heb ik opgenomen in mijn ontwerp. Dit fort werd gebruikt voor slavenhandel. Mensen werden daar maandenlang opgesloten voordat ze op schepen naar het continent Amerika werden gestuurd. Maar ik keerde het beeld om. De zee overspoelt het fort. Zo maakte ik van de Door of no return een Door of return: een poort naar verbinding, kracht en herinnering. Het bovengenoemde fort is ook interessant met betrekking tot Gelderland vanwege zijn link met het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en Bronbeek in Arnhem.

De Ashanti Koning en Belanda Hitam
Toen Nederland op zoek ging naar nieuwe soldaten voor het onderdrukken van de Indonesië, sloot de Nederlandse overheid een deal met de Ashanti koning, Kwaka Dua I, afgebeeld in mijn ontwerp. Kwaka Dua levert manschappen voor het KNIL in ruil voor wapens. Zij werden Belanda Hitam genoemd: Zwarte Hollanders. Dit is was een verkapte vorm van slavenhandel, waarin de tot slaaf gemaakten ook tot soldaat gemaakt werden, ook al was de slavenhandel formeel toen al afgeschaft. Zij moesten vechten in Indonesië en betalen voor hun eigen vrijheid.

Ook heb ik verschillende historische personages in mijn ontwerp opgenomen die voorkomen in archieven en echt hebben bestaan.

Anna van Vossenburg: van Suriname naar Arnhem
Anna werd geboren in slavernij op plantage Vossenburg in Suriname. Als kind werd ze naar Nederland gebracht. Ze woonde in Arnhem en werkte in het huis van de rijke familie Brantsen. In mijn ontwerp zie je haar geest, samen met andere vrouwen die op de plantage werkten. Ze komen op uit het water rond het landhuis Zypendaal. Het water verbindt Suriname met Nederland en laat hun verhalen zien.

Quaco’s Blik
Quaco was een jongen uit Ghana. Hij werd als kind verkocht en kwam via Suriname naar Nederland. Hij werkte als knecht voor een man die boeken en tekeningen maakte over slavernij. Uiteindelijk kwam hij op kasteel Rosendael terecht. In mijn tekening zie je Quaco boven het kasteel, kijkend over het landschap. Hij ziet de beelden van geweld die hij als kind zag. Quaco was geen gewoon kind. Hij werd gezien als bezit – een “waardevol” product in een koloniaal systeem.

Christina Marta en Roosje: vrouwen in het water
Roosje zit op een stuk steen in het water. Ze draagt de jas van een man die haar ooit schilderde. Hij is verdwenen, maar zij is er nog. Naast haar zie je de geest van Christina Marta, als een voorouder in het water. Hun verhalen zijn verbonden met Banda, een eiland in Indonesië waar veel geweld plaatsvond tijdens de specerijenhandel. Nederlandse handelaren namen het eiland in en maakten er plantages. Roosjes naam komt op verschillende manieren terug in archieven. Soms Roosje, soms anders. Haar echte verhaal bleef lang verborgen. Maar in mijn werk krijgt ze een eigen plek, in het water, tussen kracht en herinnering.

Agenda

Valkhof Museum

23 april t/m 30 augustus 2025
woensdag en zaterdag van 13:30 – 16:30 uur

Meld je aan!

(tijdelijke pop-up locatie) Keizer Karelplein 33, 6511 NH Nijmegen


Bibliotheek Gelderland Zuid / Bibliotheek Mariënburg

23 april t/m 12 augustus 2025

Meld je aan!

Mariënburg 29, 6511 PS  Nijmegen

 

Bibliotheek Veenendaal

15 mei t/m 31 juli 2025

werksessies
Meld je aan!

Kees Stipplein 74, 3901 TP  Veenendaal


Museum Arnhem

24 mei t/m 16 augustus 2025
woensdag, vrijdag en zaterdag van 11.30 – 13.30 uur én 14.00 -16.00 uur

Meld je aan!

Utrechtseweg 87, 6812 AA Arnhem


De Vlindertuin

mei – augustus 2025

Meld je aan!

Sperwerstraat 97, 6823 DL  Arnhem


Nederlands Openluchtmuseum

mei – augustus 2025

Meld je aan!

Hoeferlaan 4, 6816 SG  Arnhem

Rozet

3 juni t/m 12 augustus 2025

Meld je aan!

Kortestraat 16, 6811 EP  Arnhem


Paleis Het Loo

juni 2025

Meld je aan!

Koninklijk Park 16, 7315 JA  Apeldoorn


Wageningen University & Research

juni – juli 2025

Meld je aan!

Droevendaalsesteeg 4, 6708 PB  Wageningen


CODA Museum

september – december 2025

Meld je aan!

Vosselmanstraat 299, 7311 CL  Apeldoorn

 

Flipje en Streekmuseum Tiel

september – oktober 2025

Meld je aan!

Plein 48, 4001 LJ  Tiel


Elisabeth Weeshuis Museum

september – oktober 2025

Meld je aan!

Herenstraat 29, 4101 BR  Culemborg

Bibliotheek Culemborg

september – oktober 2025

Meld je aan!

Herenstraat 29, 4101 BR  Culemborg

Organisatie

projectpartners

Bibliotheek Culemborg, Bibliotheek Gelderland Zuid / Bibliotheek Mariënburg, Bibliotheek Veenendaal, CODA Museum, Comité 30 juni – 1 juli Arnhem, De Vlindertuin, Elisabeth Weeshuis Museum, Erfgoed Gelderland, Flipje en Streekmuseum, Museum Arnhem, Nederlands Openluchtmuseum, Paleis Het Loo, Rozet, Valkhof Museum, Wageningen University & Research

projectleiding

Baukje Rienks | coördinator productie wandkleed
Clau Kambel | projectleider
Erfgoed Gelderland | historisch advies
projectpartners | publiciteit, technici

met dank aan

Anna Ernst, Astrid Albers, Barbara Esseboom, Bedel Bayrak, Coen van Galen, Cornelie de Kuijper, Dirk Jansen, Else Gootjes, Emmanuel Akwasi Adu-Ampong, Frederique Mullens, Hedwig Saam, Henk Moeniralam, Henriëtte Terburg, Jacoline Zilverschoon, Manon Braat, Martine Barnhard, Olaf Peters, Petra Kooistra, Stephanie Hermes, Yvette Driever.

Wageningen University & Research
Valkhof Museum
Rozet
Paleis Het Loo
Nederlands Openlucht Museum
Museum Arnhem
Keti Koti Arnhem
Flipje en Streekmuseum Tiel
Elisabeth Weeshuismuseum
De Vlindertuin
De Cultuurfabriek
CODA Apeldoorn
Bibliotheek Veenendaal
Bibliotheek Rivierenland
Bibliotheek Gelderland Zuid