Utrecht
Sporen van het slavernijverleden in Utrecht
Inleiding
Vanaf eind juni 2024 wordt in werkplaatsen door heel Utrecht samengewerkt aan een uniek monumentaal wandkleed van 35 x 2,5 meter, naar ontwerp is van illustrator Munir de Vries. Inwoners van de provincie Utrecht zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het vervaardigen van dit wandkleed. De maaklocaties zijn onder andere Bibliotheek Vianen, Centraal Museum, Kasteel Amerongen, Landhuis Oud Amelisweerd, Museum Catharijneconvent, Museum IJsselstein en Slot Zuylen. Iedereen is welkom, ongeacht ervaring met textieltechnieken zoals borduren, quilten, punchen en tuften.
Het Utrechtse monumentale wandkleed wordt niet zomaar een kunstwerk; het is een collectieve herinnering, een weefsel van verhalen en geschiedenissen die de Utrechters verbindt met hun voorouders en met elkaar. Samen werken aan een stuk dat de rijke, diverse en complexe geschiedenis van de provinciale samenleving weerspiegelt. Het wandkleed wordt een tastbaar bewijs van samenwerking en gezamenlijke creativiteit. Doe mee aan deze unieke kans om het Utrechse verhaal van het koloniale slavernijverleden te vereeuwigen in dit wandkleed.
Doe mee!
Rijke Utrechters verdienden veel geld aan slavenarbeid. Ze zaten in het bestuur van de West-Indische Compagnie (WIC). De WIC vervoerde slaven naar het Caribisch gebied en bracht kostbare producten terug naar Nederland. Het Utrechtse provinciebestuur had ook een eigen Compagnie met een koffieplantage in Suriname. Veel Utrechters hadden plantages of aandelen in plantages.
Met geld verdiend aan slavenarbeid werden grote, luxe woningen in Utrecht gebouwd. Het buitenhuis Goudestein was van Joan Huydecoper, een koloniale bestuurder. Slot Zuylen was van Belle van Zuylen, een schrijfster die opkwam voor vrouwenrechten. Plantage-eigenaren hadden ook landgoederen op de Utrechtse Heuvelrug en De Bilt. Rembrandt schilderde een beroemd portret van Maerten Daey en zijn vrouw, die plantages bezaten.
In Nederland was een kleine groep mensen tegen slavernij. De Utrechtse schrijfster Petronella Moens schreef een protest tegen de slavenhandel. Nicolaas Beets noemde slavernij een ‘misdaad’ en verzamelde 400.000 handtekeningen voor een petitie tegen slavernij. De Utrechtse historicus Julien Wolbers smeekte de Tweede Kamer om slavernij af te schaffen en schreef over de gruwelijke omstandigheden van de slaven.
Commissaris van de Koning Hans Oosters heeft namens het provinciebestuur van Utrecht excuses aangeboden voor het slavernijverleden. Hij deed dit tijdens de jaarlijkse herdenking van het trans-Atlantische slavernijverleden bij de Nieuwe Stad in Amersfoort op vrijdag 30 juni 2023.
Munir de Vries
Munir de Vries (1988) is een beeldend kunstenaar/illustrator gevestigd in Utrecht die het liefst
verhalen uit de stad verbeeldt in de vorm van illustraties, grote murals en installaties. Hij zoekt naar een balans tussen eigen vrijheid en experiment en het aansnijden van maatschappelijke onderwerpen en het nemen van verantwoordelijkheid. In zijn laatste werken staat collectivisme centraal: de soms onzichtbare verbinding met elkaar en onze omgeving. De Vries is afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, afdeling illustratie. Hij kreeg opdrachten van onder andere K.F. Hein Fonds, VPRO en Museum Catharijneconvent.
Website munirdevries.com
Ontwerp wandkleed
A. Munir de Vries: “We beginnen in het harmonieuze verleden. Het beginstuk visualiseert het leven met elkaar in collectief, in verbinding met de natuur, cyclisch, waarin verbinding is met de spiritualiteit, met de sterren, met verschillende soorten inheemse wetenschappen. Nadat het gezicht eindigt, naast het tweede oog, zie je een soort breuk. De mensen worden losgetrokken, ontworteld, met geweld uit hun omgeving gehaald en dit wordt gedaan door middel van touwen. Deze touwen kwamen uit Oudewater, waar een touwbaan was waar veel touwen werden gemaakt die ook gebruikt werden op VOC-schepen.”
B. Munir: “Je ziet hier dat mensen als waardemiddel werden beschouwd. Als mensen verdronken dan werd dat ook gezien als verlies van geld. Tot slaaf gemaakte werden vaak gebruikt als een soort ornament om te laten zien hoe rijk je was, dat zie je ook terug in Utrecht. Dit zie je ook terug op het boegbeeld en de versieringen van het schip. Op de Statenjachten, grote schepen die ook vanaf Utrecht voeren – om bijvoorbeeld naar Amsterdam te varen – waren veel gouden elementen met daarin prachtige afbeeldingen te zien. Die figuren zijn hier vervangen door mensen die tot slaaf zijn gemaakt en hier worden getoond als waardevol bezit. Utrecht had ook een eigen VOC-munt, die werd in het jaar 1744 geslagen. Verder zie je rechts de rivier de Vecht, die liep vanaf de Zuiderzee naar beneden richting Utrecht. Er werden veel goederen via deze route vervoerd naar Utrecht en zo is er veel rijkdom in de provincie terecht gekomen. Dat zie je terug in de hoeveelheid van landhuizen en kastelen die daar zijn gekocht of gebouwd met het plantagegeld.”
- VOC-munt Utrecht
De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) wordt vaak in de eerste plaats voorgesteld als een groot handelsbedrijf, maar kreeg daarnaast bevoegdheden van de Staten-Generaal die het meer op een staat deed lijken. De VOC zette militair geweld in, sloot verdragen en bestuurde hele steden en gebieden. Zo gaf de VOC ook munten uit, die onder meer werden geslagen in Utrecht. - De Vecht
De ‘buitenhuizencultuur’ langs de Vecht is vermaard en schopte het zelfs tot venster in de eerste Canon van Nederland. Onvermeld bleef dat veel van die huizen gebouwd of gekocht werden met koloniaal geld, zoals bijvoorbeeld de buitenplaatsen Vechtenstein en Goudestein bij Maarssen. - De Eemvaart
Bij de oprichting van de Utrechtse Compagnie in 1720 stelde het stadsbestuur als voorwaarde dat er een kanaal tussen Utrecht en de Zuiderzee gerealiseerd moest worden. Dit was een langgekoesterde wens: het zou de stad minder afhankelijk maken van de door Holland lopende Vecht en zou Utrecht direct verbinden met de (koloniale) wereldhandel. Het bleek luchtfietserij: het kanaal kwam er nooit en de compagnie werd in 1752 alweer opgeheven.
C. Munir: “Hier zie je hoe mensen in Utrecht als waardemiddel werden gestapeld in de vorm van grote landhuizen. Deze gebouwen zijn opgebouwd met de opbrengsten van het leven, wat ik letterlijk zichtbaar heb gemaakt in de gevels. Een voorbeeld hiervan is Belle van Zuylen, wier familie ongeveer 30 procent van hun rijkdom te danken had aan plantages. Als zelfs Belle van Zuylen, een heldin en moreel voorbeeld, slavernij niet afkeurde, wat zegt dat dan over onze posities in de huidige tijd? Het toont dat zelfs progressieven niet altijd moreel superieur zijn. Iedereen draagt bij aan leed en is medeplichtig als het systeem waarin ze leven dat veroorzaakt. Als zelfs heldin Belle van Zuylen fouten maakte, wat kunnen we daar nu van leren? Spiegel dit eens aan het heden en bevraag waar onze producten nu vandaan komen.
Je ziet Belle van Zuylen in het venster, terwijl ze met een kopje koffie met suiker nadenkt of schrijft. Haar schaduw op de muur, blijkt eigenlijk een persoon te zijn. Er waren veel tot slaaf gemaakte personen die naar Nederland werden gebracht als ‘bedienden’, die in de schaduw leefden omdat slavernij niet openlijk was toegestaan in Nederland. In dit geval is dit de zwarte vrouw Wilhelmina van Kelderman, die een brief schrijft naar haar voormalig meester Engelbert Kelderman om te vragen voor de vrijheid van haar zoon. Op de achtergrond zie je een huis met een puntig dak, dat is het suikerhuis, op de plek waar nu de stadsschouwburg staat. Dat was bedoeld als een plek waar de grondstoffen voor suiker naartoe gebracht werden om dan heel snel en efficiënt suikerproductie lokaal in Utrecht te kunnen verrichten, en zo dus heel veel winst te maken op suiker. Op de voorgrond zie je twee figuren met hun neusjes tegen elkaar, geliefden. De rechter man met de hoed vertegenwoordigt Eduard, een van de eerste zwarte mannen waarvan het bestaan bekend was in Utrecht. Hij was zilversmid en getrouwd met een witte Nederlandse vrouw en ze kregen kinderen. Op de achtergrond zie je dat de figuren die gestapeld zijn, de rijkdom die gestapeld is vanuit de slavernij, dat die een beetje los probeert te komen, je ziet een figuur dat uit het raam probeert te klimmen. Mensen die tot waarde zijn gemaakt beginnen langzaam uit die rol en positie te breken.”
- Het Suikerhuis
Het ‘Suikerhuis’ stond van 1721 tot 1744 op het Lucasbolwerk in Utrecht. In deze suikerraffinaderij werd ruwe suiker van de plantages in Suriname en andere koloniën verwerkt tot het witte productiegoed dat in Utrecht geconsumeerd werd. De raffinaderij werd uitgebaat door de Utrechtse Compagnie (1720-1752), een lokale investeringsmaatschappij met veel koloniale financiële belangen.
- Silhouet in raam
Nederland was nooit een exclusief wit land, ook al wordt dit soms ten onrechte gedacht. Zwarte of gekleurde aanwezigheid bleef wel vaak relatief onzichtbaar. In Utrecht woonde in de achttiende eeuw bijvoorbeeld Sitie. Ze diende in het huishouden van Joan Gideon Loten, een Utrechter met een koloniaal fortuin, die haar als slaafgemaakte mee had genomen uit Zuid-Celebes. Er is verder weinig over Sitie bekend, en dat is tekenend: veel zwarte of gekleurde levens in Utrecht passeerden in anonimiteit. Wat er van Sitie bekend is, weten we uit correspondentie tussen Loten en zijn broer. - Belle van Zuylen
Het feministische icoon Belle van Zuylen (1740-1805) geldt als vroege voorvechtster van vrouwenrechten en uitte zich in haar werk en brieven veelvuldig over sociaal-maatschappelijke kwesties. Maar hoewel ze kritisch kon zijn over sociale machtsverhoudingen reikte haar gelijkheidsdenken zeker niet tot de koloniën. Ze veroordeelde de slavernij of het koloniale stelsel als zodanig nooit en had zelf grote koloniale financiële belangen. - Wilhelmina van Kelderman
Waar Belle van Zuylen om slavernij heen kon schrijven, was dat voor Wilhelmina van Kelderman (1734-1836) onmogelijk. Zelf was ze vrijgemaakt doordat ze een tijd in Nederland verbleef, maar als ze in 1795 haar slaafgemaakte zoon probeert vrij te kopen roept ze de hulp van haar voormalige meester, de plantagehouder Engelbert Kelderman uit Vianen. ‘Mijn meester, ach neemt mijn bede aan,’ schrijft ze vanuit Paramaribo. Of die hulp ook kwam is onbekend, waarschijnlijker is dat haar zoon Dauphijn zelf door zijn werk als metselaar heeft kunnen sparen voor dit doel. - Eduard van Akaboa
In Utrecht woonde in de zeventiende eeuw de vrije zwarte man Eduard van Akaboa (?-1700). Hij was waarschijnlijk een voormalige tot slaaf gemaakte en woonde met zijn gezin in een zijstraat van de Oudegracht. Hij was opgeleid tot zilversmid en werkte als wapengraveerder.
D. Munir: “Je ziet hier de Winkel van Sinkel, waar ik de vier sculpturen heb vervangen door vier mensen die eigenlijk meer representatief zouden zijn voor de personen die het gebouw hebben gedragen, namelijk mensen die tot slaaf gemaakt zijn, en die nog steeds de gevolgen daarvan dragen. De Winkel van Sinkel was een plek waar veel goederen uit de plantages direct beschikbaar waren voor stadsburgers, dus het bood een directe toegang tot deze producten. Je ziet dat de eerste drie figuren als standbeelden in hun positie blijven staan terwijl de laatste in verzet komt, in beweging komt, en die beweging ontketent ook hierboven een proces van bevrijding, van zelfbeeld, een soort worsteling. Je ziet naast het figuur met de vuist nog een figuur op de knieën, dat is eigenlijk een huls die nog overblijft van goud waar iemand uitspringt, het idee van een slangenhuid verlaten, het groeien naar een nieuwe versie van jezelf. Daarna krijg je een soort worsteling, een soort dans. Dans, creativiteit en kunst worden vaak gebruikt om misstanden aan te kaarten en dragen bij aan een proces van zelfheling.”
- Winkel van Sinkel
De negentiende -eeuwse Winkel van Sinkel was een luxe warenhuis. In producten gebruikte materialen als zijde of katoen waren afkomstig van koloniale plantages en geproduceerd met slavenarbeid. Het warenhuis staat daarmee symbool voor de welvaart die de koloniale productieketen in Nederland bracht en voor het vaak onzichtbaar blijven van de rol die slavernij en kolonialisme daarin hadden.
E. Munir: “De dans komt uit bij twee figuurtjes die naast elkaar zitten op een vuist. Die vuist vertegenwoordigt verzet en activisme, in welke vorm dan ook, wat voor progressieve ontwikkelingen hebben gezorgd. Je kan denken aan de Black Lives Matter demonstraties, maar hier kun je nog veel meer aan koppelen: alles wat gezorgd heeft voor positieve emancipatie. Het idee is dat de twee figuren die bovenop de vuist zitten door deze nieuwe positie, dit nieuwe startpunt veel verder kunnen kijken. Het idee van “standing on the shoulders of giants”. Dan heb je als laatste deel het gezicht wat voor collectiviteit staat, samen één wezen zijn met de natuur. Het gezicht is nog niet volgroeid; een deel is hier nog aan het herstellen en probeert weer vorm te krijgen binnen de context van onze huidige wereld. Vervolgens zie je rechts onderin een stuk goud, diagonaal, wat de rijkdom uit het verleden moet vertegenwoordigen. We hebben de rijkdom misschien niet eerlijk verkregen, maar hij is wel hier. Misschien kunnen we het maar beter gebruiken om de weg naar boven voor iedereen makkelijker te maken.”
- Groene vuist
Aan de rechterkant is een groene vuist te zien op een turquoise achtergrond, met daarop twee bruine figuren. Veranderingen komen niet vanzelf. Dit beeld is een verwijzing naar de strijd die is gevoerd tegen de slavernij en naar het activisme dat zich ook vandaag inzet voor een betere, gelijkwaardigere wereld.
Agenda
Bibliotheek Vianen
9 juli t/m 24 augustus 2024
dinsdag en zaterdag van 13.00 – 16.00 uur
Anneke Delissen, coördinatie
Lange Nieuwstraat 38
3512 PH Utrecht
Centraal Museum
van 4 juli t/m 7 september 2024
4, 9, 11, 12, 18, 19, 20, 25, 26, 30 juli van 12.00 – 17.00 uur
1, 2, 6, 7, 9, 13, 14, 15, 16, 20, 21, 24, 27, 28, 29 augustus van 12.00 – 17.00 uur
3, 4, 6, 7 september van 12.00 – 17.00 uur
Caithlin Courtney Chong, coördinatie
Agnietenstraat 1
3512 XA Utrecht
De Katoendrukkerij
van 12 juli t/m 1 september
12, 13, 14, 20, 21, 26, 27, 28 juli van 11.00 – 15.00 uur
2, 4, 11, 16, 17, 18, 23, 24, 25, 30, 31 augustus van 11.00 – 15.00 uur
1 september van 11.00 – 15.00 uur
Nathalie Cassée, coördinatie
Plantsoen Noord 2
3811 GH Amersfoort
Eemklooster
29 juli eind september 2024
maandag 16.00 – 21.00 uur
dinsdag van 12.00 – 17.00 uur
donderdag van 14.00 – 19.00 uur
Zuwena Venhuis, coördinatie
Daam Fockemalaan 22
3818 KG Amersfoort
Het Utrechts Archief
vanaf 1 juli 2024
Zaterdag van 10.00-17.00 uur
Zondag van 10.00-17.00 uur
Floor Wagemakers, coördinatie
Hamburgerstraat 28
3512 NS Utrecht
Kasteel Amerongen
9 juli t/m 25 oktober
elke dinsdag van 11.00-16.00 uur
bezoekers en/of enthousiaste deelnemers werken samen met de beroemde ‘Engelen’.
Reiny Muller, coördinatie
Drostestraat 20
3958 BK Amerongen
Landhuis Oud Amelisweerd
21 juni tot 27 oktober 2024
vrijdagen van 11:00 – 15:00 uur
zaterdagen van 12:00 – 16:00 uur
Anja van Heugten | Hetty van Sijl | Carry Zwitserlood | Nelly Pos, coördinatie
Koningslaan 9
3981 HD Bunnik
Museum Catharijneconvent
van 3 juli t/m 21 september 2024
woensdagen van 10.00-16.00 uur
zaterdagen van 11.00-16.00 uur
Mitch, coördinatie
Lange Nieuwstraat 38
3512 PH Utrecht
Museum IJsselstein
3 juli t/m 1 september 2024
woensdag t/m zondag van 13.00 – 17.00 uur
Walkade 2-4
3401 DS IJsselstein
Slot Zuylen
3 juli – 1 oktober 2024
donderdag t/m zaterdag van 11.00 – 14.00 uur
Dicky Klop, coördinatie
Tournooiveld 1
3611 AS Oud Zuilen
Wijkmuseum Soesterkwartier
3 juli – 1 oktober 2024
woensdag 13.00 – 17.00 uur
zaterdag 11.00 – 16.00 uur
Baukje Rienks, coördinatie
Sint Bonifaciusstraat 61
3812 TD Amersfoort
Met dank aan
projectpartners
Bibliotheek Houten, Bibliotheek Vianen, Centraal Museum, Comité 30 juni – 1 juli Amersfoort, Comité 30 juni – 1 juli Utrecht, De Katoendrukkerij, Eemklooster, Het Utrechts Archief, Kasteel Amerongen, Landhuis Oud Amelisweerd, Museum Catharijneconvent, Museum IJsselstein, NEOS, Slot Zuylen, Stedelijk Museum Vianen, Wijkmuseum Soesterkwartier.
projectteam
Charlotte van Barneveld | randprogrammering
Landschap Erfgoed Utrecht | historisch advies
Majo van der Woude | coördinator productie wandkleed
Museum Catharijneconvent + Centraal Museum | technici
projectpartners | publiciteit
Ricardo Burgzorg | coördinatie
met dank aan
Anja van Heugten, Bart Rutte, Carry Zwitserlood, Cathy Al Bazi – Mooren, Corine Honders, Dicky Klop, Frank Louhenapessy, Franky Bundel, Hélène Montesant, Hetty van Sijl, Jipke Lezwijn, Katja Weitering, Lieneke Westerink, Lies Pannevis, Lieke Prins, Lisa Bakker, Lodewijk Gerretsen, Lotte Walraven, Luuk Wildschut, Lykele Ferweda, Marianne de Rijke, Matthijs Kuipers, Merel Wolfkamp, Michiel Krutzen, Mirjam Frantzen, Natalja Macnack, Nathalie Cassée, Pim Sierink, Reiny Muller, Riekje Hoffman, Samantha Hassing- Burbidge, Sofia Lovegrove, Soheila Adami, Tess Trommel, Waronne Elbers, Willem te Slaa, Yvonne Ploum, Zuwena Venhuis