Noord-Brabant

Sporen van het slavernijverleden van Noord-Brabant

Inleiding

Het wandkleed – doe mee!

Draden van het Nederlandse slavernijverleden brengt op een zichtbare manier de verhalen van het slavernijverleden in Noord-Brabant in beeld. Waar lange tijd gedacht werd dat de koloniale geschiedenis vooral iets van het westen van ons land was, blijkt niets minder waar te zijn. Ook in Noord Brabant zijn vele sporen van deze geschiedenis terug te vinden.

Vanaf eind februari 2025 wordt in werkplaatsen door heel Noord-Brabant samengewerkt aan een uniek monumentaal wandkleed van 35 x 2,5 meter. Inwoners van de provincie zijn uitgenodigd om deel te nemen aan het vervaardigen van dit wandkleed. De maaklocaties zijn onder andere Nieuwe Veste Breda, Museum Helmond, Sint-Catharinakerk Eindhoven, TextielMuseum Tilburg en Van Abbemuseum Eindhoven.

Iedereen is welkom, ongeacht ervaring met textieltechnieken zoals borduren, quilten, patchwork, punchen en tuften. Doe je ook mee?

Meld je aan!

Waar gaat het over?

Noord-Brabant was ruwweg op vier manieren betrokken bij het koloniale verleden:

  • Economisch, door het verwerken van grondstoffen uit koloniën en het produceren van goederen met koloniën als afzetmarkt. Voorbeelden hiervan zijn de tabaksindustrie en de textielindustrie.
  • Religieus, door de missionarissen die vanuit Noord-Brabant naar Europese koloniën vertrokken om daar de lokale bevolking te bekeren. Denk bijvoorbeeld aan de Fraters van Tilburg.
  • Bestuurlijk. door de persoonlijke belangen van Brabantse bestuurders in plantages waar slaafgemaakten gedwongen werkten.
  • Door individuen die vanuit de koloniën naar Noord-Brabant kwamen, bijvoorbeeld Quaco.

Dankzij gemeentelijke (voor)onderzoeken in Tilburg, Helmond en Eindhoven weten we sinds 2024 steeds meer over de verwevenheid van Noord-Brabant met het koloniale verleden. In 2025 worden de resultaten van nog meer onderzoeken verwacht, onder andere van ’s-Hertogenbosch.

De verhalen die zijn verbeeld uit het wandkleed zijn veelal afkomstig uit de gemeentelijke onderzoeken, aangevuld met verhalen die al eerder dankzij onderzoekers boven water zijn gekomen. Er is eerst een longlist gemaakt, met als criteria een spreiding over Noord-Brabant, een spreiding in de tijd en aandacht voor zowel de voormalige westelijke koloniën als voor de oostelijke koloniën. Een selectiecommissie is tot een shortlist gekomen om de kunstenaar te inspireren bij zijn ontwerp.

Victor Sonna

Victor Sonna (1977) is ontwerper en kunstenaar geboren in Yaoundé, Kameroen. Hij studeerde in 2008 af aan de Design Academy Eindhoven en St. Joost School of Art & Design en woont en werkt nu in Eindhoven.

In zijn werk beweegt Sonna zich tussen Kameroen en Nederland, waarin hij onderzoekt hoe het is om je tussen twee culturen te bevinden. Diaspora, migratie, slavernijverleden, heden, verleden en verzoening zijn daarin terugkerende thema’s in zijn werk. Zijn werk komt vaak voort uit spanningen tussen culturen en stijlen, wat resulteert in kunstwerken die vervreemdend lijken en grenzen verkennen. Hij werkt veel met assemblagetechnieken, variërend van sculpturen en schilderijen tot werken van metaal en textiel.

www.victorsonna.com

Ontwerp Wandkleed

Het ontwerp dat Victor Sonna heeft gemaakt, biedt ruimte voor interpretatie. Het is niet een letterlijke weergave van het Noord-Brabantse slavernijverleden, als dat al zou kunnen. Verschillende referenties en connecties tussen de koloniën in het westen en het oosten en Brabantse plaatsen komen terug in het wandkleed, (o.a.Bergen op Zoom, Oss, Eindhoven, Helmond, ‘s-Hertogenbosch, Breda en Grave) .De inspiratiebronnen zijn er wel in te herkennen, en een aantal worden hieronder genoemd.

Van links naar rechts
Uiterst links is een Kapokboom afgebeeld. Kapok werd gebruikt door het Osse bedrijf Bergoss en was afkomstig van plantages uit Indonesië.

Rechts naast de boom zien we drie figuren die verwijzen naar de doop van Adam Matande in 1693 te Oirschot. Als slaafgemaakte bevond hij zich in het gevolg van VOC-ambtenaar Samuel Elsevier. Nadat Elsevier carrière had gemaakt in de koloniën, vestigde hij zich in Oirschot. Officieel bestond er geen slavernij in wat we nu kennen als Nederland, dus Matanda werd een vrij man. Gedoopt worden was daarbij belangrijk. Een voormalig slaafgemaakte kreeg dan een nieuwe naam. De afhankelijkheidsrelatie bleef vaak echter bestaan. Matande was zeker niet de enige die op deze manier in Noord-Brabant terecht kwam.

Rechts naast de drie figuren staan twee kinderen afgebeeld in wat matrozenpakjes lijken. Dat is een verwijzing naar kinderen afkomstig uit missiegebieden die naar Noord-Brabant werden gehaald. Zij reisden door verschillende steden om geld in te zamelen voor Missie-activiteiten. De kinderen Louis en August kwamen bijvoorbeeld op die manier  in Tilburg en ’s-Hertogenbosch, net als Lilis en Lama die hier zijn afgebeeld. Hun oorspronkelijke namen zijn onbekend, net als hun leven voordat ze werden meegenomen.

Het zijaanzicht van de vrouw  is geïnspireerd op een portret in silhouet van Sara, een tot slaaf gemaakte vrouw uit de huishouding van de tekenaar Jan Brandes. Zij is niet in Noord-Brabant geweest. Het gaat hier meer om de beeldtaal. Het kan gezien worden als symbool voor de levens die in de schaduw zijn gebleven. Verhalen die niet bekend zijn.

Gebouwen met sheddaken en de rokende figuren verwijzen naar de industriële verbondenheid van Noord-Brabant met het koloniale verleden. Op de achtergrond is het logo van Philips verscholen. Op 11 maart 1927 zond Philips vanuit een geïmproviseerde studio in Eindhoven als eerste een radio-bericht uit dat te ontvangen was in Nederlands-Indië. Later maakte de oprichting van Philips Omroep Holland-Indië (PHOHI)  directe communicatie verder mogelijk tussen Nederland en Nederlands-Indië.

De plattegrond die te zien is, toont Bergen op Zoom in de achttiende eeuw. De haven en de vestingwerken van de garnizoensstad zijn herkenbaar. Er voeren geen zeegaande schepen naar de haven van Bergen op Zoom, maar toch zorgde deze haven voor een verbinding met de wijdere wereld. Zo kwam Quaco daar bijvoorbeeld aan in het gevolg van John Gabriel Stedman. De slavenhaler Jan Menkenveld vestigde zich als herbergier in de stad.

Het kasteel dat is afgebeeld is geïnspireerd op kasteel Helmond. Het wijst op de verbondenheid tussen de rijke bestuurders die kastelen kochten en het koloniale systeem. De rijke bestuurders investeerden in het koloniale systeem. Daniel Cornelis Wesselman, drossaart van Helmond, liet bijvoorbeeld het schip De Neptunus klaarmaken voor slavenhandel. Toen het schip slaafgemaakten aan boord had brak een opstand uit, en tijdens de gevechten is het schip ontploft en vergaan. Het schip dat door de mond steekt verwijst naar deze episode, en het verzet dat slaafgemaakten boden. Een symbool van slaafgemaakten die kozen om te vechten voor hun vrijheid.

Er is verderop het wandkleed een boerderij en wagen te herkennen. De koloniale verbondenheid van Noord-Brabant stopte niet bij de steden. Juist in de dorpen werkten Brabanders bijvoorbeeld in sigarenfabriekjes. De tabak kwam van plantages waar onder erbarmelijke omstandigheden werd gewerkt. Na de afschaffing van slavernij in 1863 werden de plantagen in wat we nu Indonesië noemen belangrijker. De arbeiders daar hadden officieel contracten, maar ze werden stelselmatig uitgebuit. Uit onderzoek blijkt dat ook dit een vorm was van slavernij.

In het laatste deel wordt in het ontwerp de symbolische representatie van belangrijke historische figuren in de context van slavernij en kolonialisme verder onderzocht. De figuur in de mond is Tula, leider van de slavenopstand. In hem zien we de verstrengeling van verhalen over verzet en onderdrukking. De mond verwijst naar de monsterlijke beelden van Jheronimus Bosch.

De transformatie van het VOC-symbool in een geest duidt op de blijvende erfenis van koloniale controle over handel en grondgebied, terwijl het leeuwenembleem van Noord-Brabant wordt bekritiseerd omdat het de “keten van slavernij” in stand houdt. Daaronder staat het monument van Quaco, dat de afschaffing van slavernij herdenkt.

Agenda

Kasteel Helmond

20 februari t/m 5 juli 2025
donderdagen en zaterdagen van 13.00 – 16.00 uur

Meld je aan!

Kasteelplein 1
5701 PP Helmond

 

St. Catharinakerk

april – juni 2025

Meld je aan!

Stratumseind 2
5611 ES  Eindhoven

 

TextielMuseum

23 mei – 29 juni 2025
zaterdagen en zondagen van 13.00 – 17.00 uur

Meld je aan!

Goirkestraat 96
5046 GN  Tilburg

Nieuwe Veste (Bibliotheek Breda)

mei – juni 2025

Meld je aan!

Molenstraat 6
4811 GS  Breda

 

Van Abbemuseum

mei – juni 2025

Meld je aan!

Stratumsedijk 2
5611 ND  Eindhoven


Spectrum Schijndel

7 april – 30 mei 2025

Meld je aan!

Steeg 9
5482 WN  Schijndel

Organisatie

projectpartners

Comité 30 juni – 1 juli Eindhoven, Erfgoed Brabant, Gemeente Eindhoven, Grote Kerk Breda, Het Noordbrabants Museum, Museum Helmond, Nieuwe Veste, Sint-Catharinakerk, Stadsmuseum Tilburg, Stedelijk Museum Breda, TextielMuseum,

projectteam

Imke Ruigrok | coördinatie publieksprogrammering, projectleider
Larissa Schepers | coördinator productie wandkleed
projectpartners | publiciteit
Wouter Loeff | historisch advies

met dank aan

Aafke de Bruijn, Amber Martinez, Arjan Beune, Charlotte Hoitsma, Charlotte Fijen, Coralie den Adel, Dieuwertje de Nigtere, Eline Ceelen, Fleur Knops, Floortje de Boer, Harry Vermeulen, Hebe Verstappen, Iris van Vlimmeren, Jacqueline Grandjean, Jennemie Stoelhorst, Jerry Bergraaf, Jolanda Bouman, Kelly Hamers, Kesha Felipa, Linda Köke, Lise Brunt, Marieke Wiegel, Maud Bongers, Nathanja van Dijk, Nikkie Herberigs, Patricia Tel, Paul Spapens, Ranti Tjan, Roy Emanuels, Saida Vianen, Silvan Vasilda, Sjouk Hoitsma, Suzan Russeler, Tamira Waszink, Tessa Blokland, Vivian Heyms, William van der Avoird, Yassine Salihine.

Bibliotheek LocHal
BrabantC
Erfgoed Brabant
Gemeente Eindhoven
Grote Kerk Breda
Het Noordbrabants Museum
Keti Koti Kadena
Museum Helmond
Nieuwe Veste
Spectrum Schijndel
Stedelijk Museum Breda
TextielMuseum
Van Abbemuseum
Van Lanschot Kempen